In deze serie duik ik in beeldend werk wat ik ooit maakte. ‘Ooit’ kan zijn meer dan 25 jaar geleden, vanmorgen, en alles daar tussenin. Deze keer: derde en laatste aflevering van ‘In het begin’.

 

In #BeeldendBlog #24 en #28 nam ik jullie al mee naar de tijd dat ik voor het eerst met olieverf ging schilderen. De periode ‘in het begin’ valt kortweg samen met het olieverfsetje dat ik op mijn 20ste verjaardag kreeg, en het naar de kunstacademie gaan,  zo’n vijfenhalf jaar later.

Zeegezichten met lichtje

Het eerste wat mij opvalt aan deze twee zeegezichten, is dat ze een stijlbreuk vormen met de voorafgaande werken. Eerst maakte ik kleurrijke en contrastrijke door surrealisme ingegeven beelden. En nu ineens op de bestaande wereld geënte beelden van nachtelijke zeegezichten met sober en donker palet. Wat was er gebeurd?

 

Jakobsladders en liefde

Ik weet niet precies wat er was gebeurd. Wel weet ik dat verliefdheid een rol speelde. Maar toch, je zou daar lichter werk bij verwachten. Waarom deze nachtelijke zeegezichten? Ook daarop moet ik het antwoord schuldig blijven. Wel zien we in beide werken een lichtbron opduiken in het donker. Hoopgevend, iets om naar uit te zien.

 

De titel van het kleinere werk is ‘Inzicht, uitzicht en de golven ertussenin’ en laat doorschemeren dat verliefdheid nog niet hetzelfde is als ‘beantwoorde liefde’. Het andere werk heet ‘Lichtstraal boven zee’ of ‘Jakobsladders boven zee’. Jakobsladders fascineren me al zolang ik heug, vooral aangewakkerd door het bijbelverhaal over de droom van aartsvader Jakob. In die droom zag Jakob engelen als op een ladder afdalen en opstijgen van en naar de hemel. (Genesis 28:10-22). Nog steeds noemen we lichtstralen aan de hemel (zon of maan vanachter de wolken) ‘Jakobsladders’. Niet toevallig haal ik ook de Jakobsladders aan in het lied ‘Op Weg‘ (van het album Liedjes van Eigen Boezem).

 

En waarom de zee? De zee beweegt, de zee is eb en vloed, de zee is avontuur en de zee is uitzicht. De zee is – net als ‘de reis’ – een mooie metafoor voor het leven zelf. Heel recent heb ik nog een nieuw zeegezicht opgevoerd, zie #BeeldendBlog #27: Winters zeegezicht noordelijk van Vlieland.

 

Terug naar eerste stijl

Deze laatste twee werken, passen wat hun stijl betreft weer veel beter bij de eerste werken, zowel door kleurgebruik als door het surrealisme. ‘Water bij de wijn’ laat zich lezen als een Piet Paaltjens-achtig liefdesgedicht, waarvan de clou is dat de hoofdpersoon een blauwtje gelopen heeft. Omdat er zoveel tijd zit tussen vandaag en dat schilderijtje, durf ik wel te erkennen dat er flink wat pathos in zit. Het landschap met berg en wolk vormen een hart. Er moet iets belangrijks zijn met dat glas wijn, maar ik zou je dat niet meer kunnen vertellen.

 

Het doek ‘De geboorte van het optimisme’ is wat mij betreft wat raadselachtiger. Vanuit de opening van een grot kijken we naar een vallei met een rivier en een berg in de verte. In de opening van de grot staat een boom – naar het lijkt in winterse staat. De vorm van de grot lijkt op een foetus. (Vandaar wellicht het woord ‘geboorte’ in de titel.) De takken van de boom zouden de verbeelding van de hersenverbindingen kunnen zijn. Ik zit nu vrijelijk te associëren, ik heb nooit iets over eventuele betekenis van dit schilderij opgeschreven. En dat lijkt me ook het beste. Het is tenslotte uiteindelijk altijd aan de ‘eye of the beholder’.

 

Er is, ten slotte, nog tenminste één schilderij uit de beginperiode nu niet aan bod gekomen, te weten ‘De astronaut’. Gelukkig had ik dat werk al besproken in #BeeldendBlog #16. Een aantal van deze eerste werken heb ik meegenomen voor toelating tot de Haagse Kunstacademie (KABK) in 1994.