In deze serie kijk ik naar beeldend werk wat ik ooit maakte. ‘Ooit’ kan zijn meer dan 20 jaar geleden, gisteren, of alles daartussenin. Deze keer: ‘ … en een tijd om weg te werpen …’
Degenen met een Bijbelse achtergrond herkennen hier meteen een versregel uit het boek Prediker (hoofdstuk 3, uit vers 6). Een boek dat mij altijd heeft gefascineerd vanwege de enorme menselijkheid die eruit spreekt. ‘Alles heeft zijn uur en ieder ding onder de hemel zijn tijd’, opent het derde hoofdstuk. De Byrds hebben daar hun iconische lied ‘Turn, turn, turn’ op gebaseerd. De kunstenaar wil nog wel eens ‘voor de eeuwigheid’ maken. ‘IJdelheid!’ zou de Prediker zeggen. Daar heeft hij natuurlijk gelijk in, maar daarmee hoeft de kunstenaar zijn streven nog niet op te geven. Niettemin: soms is het goed om de stofkam door het werk te halen.
‘ … een tijd om te bewaren … ‘
Vanaf de jaren op de kunstacademie heb ik een flink wat tekeningen en schilderijen gemaakt. Ook heb ik behoorlijk wat geëxperimenteerd en uitgeprobeerd. En, eerlijk gezegd, lang niet altijd geslaagd. Eens in de zoveel tijd struin ik door de tekeningen, schilderijen en experimenten en weeg ik af of ik ze zal bewaren of zal wegdoen. Een ‘ja/nee’ sessie.
Voor tekeningen is zowel een ‘ja’ als een ‘nee’ heel eenvoudig: ‘ja’ is bewaren, ‘nee’ is de papierbak of de tuinhaard. Voor schilderijen is een ‘ja’ net zo eenvoudig: bewaren. Met een ‘nee’ zijn er verschillende opties. Bijvoorbeeld het doek overschilderen. De roller erover en met iets heel nieuws komen. Ik doe dat regelmatig. Veel van de werken die ik in de afgelopen afleveringen van #BeeldendBlog heb besproken, hebben een ander, weggewerkt, beeld eronder zitten. De normaalste zaak van de wereld. Dat doen schilders al sinds het schilderen is uitgevonden.
Maar niet altijd is een doek overschilderbaar. Bijvoorbeeld vanwege de uitgesproken textuur van de bestaande verflagen, of door beschadigingen van het canvas, door het bladderen van de verf, doordat het een niet herbruikbaar decorstuk is. En soms wíl ik een doek niet overschilderen, niet houden en niet meer verkoopbaar stellen. Rijst de vraag: wat dan?
‘ … en een tijd om weg te werpen … ‘
Het antwoord luidt: de fik erin. Enige tijd terug had ik zo’n sessie. Ik had Jos van de Marel gebeld met de vraag of ik in zijn buitenplaats, het JosBos, een aantal werken aan het vuur mocht offeren en hij bood daartoe graag de gelegenheid. Met enige ceremonie hebben we er een mooie avond van gemaakt. Bij elk werk vertelde ik kort iets over de herkomst, wat ik van het maken ervan had opgestoken, en waarom dit het moment was om er afstand van te doen. Voor mij is het letterlijk: opruimen, ruimte maken. Om vanuit de ontstane ruimte weer aan de slag te kunnen gaan met iets nieuws. In weerwil van de Prediker, die stelt dat er niets nieuws is onder de zon.
Prachtig verhaal en daad. Een ritueel is toch het mooiste om afscheid te nemen van wat dan ook. Daar is niet altijd de tijd of ruimte voor. Ook heb ik al meerdere werken in het verleden vernietigd maar niet op zo’n mooie manier. Groet, Petra
Dank je Petra! (Ik had geen bericht ontvangen dat er een reactie op het blog was gekomen, vandaar dat mijn reactie zo lang op zich liet wachten …). In dit geval inderdaad een ritueel voor afscheid – van schilderijen. Dat geeft wel markering aan het moment en de handeling. Rituelen zijn sowieso wel mooie dingen, zolang ze niet knellen, het gevolg zijn van bijgeloof of een dogmatische ondertoon krijgen.