In deze serie bekijk ik nog eens een beeldend werk wat ik ooit maakte. ‘Ooit’ kan zijn meer dan 20 jaar geleden, gisteren, of alles daartussenin. Deze keer: ‘Ilja als Elvis’ (acrylverf, 63x89cm, 2021).
Literatuurmuseum
Vanmorgen overhandigde ik het doek ‘Ilja als Elvis’ aan Bertram Mourits, Hoofd Collecties van het Literatuurmuseum in Den Haag. Het Literatuurmuseum heeft een geweldige galerij met portretten van Nederlandse schrijvers en dichters. Waar een betere plek voor dit doek dan in het Literatuurmuseum?
Twee schilderijen
Begin dit jaar maakte ik twee schilderijen met de beeltenis van schrijver Ilja Leonard Pfeijffer. Waarom ik dat deed, is me niet helemaal duidelijk, maar wat meespeelde, was dat de schrijver in januari verjaart en dat ik het afgelopen jaar tenminste twee van zijn boeken heb gelezen. In het ene schilderij maakte ik van Ilja een ascetische monnik, de Heilige Antonius. Voor dit doek combineerde ik de verjaardag van Ilja Leonard Pfeijffer met de naamdag van de Heilige Antonius en gaf dat een dramatisch clair-obscur mee. (Dit allegorische doek is bedoeld als cadeau aan de schrijver, maar dat weet hij nog niet.) In het tweede schilderij liet ik de schrijver kruipen in de huid van Elvis. Dat is het doek waar het nu om draait.
Elvis is everywhere
‘Elvis is everywhere’ zongen psychobilly punkers Mojo Nixon & Skid Roper in 1987. In het lied horen we de terugkerende zin: ‘Elvis is in everyone’. En dat geldt zeker voor Ilja Leonard Pfeijffer. Net als Elvis houdt hij van barok in stijl en verschijning, herkenbaar in onder meer de opvallende ringen die hij draagt en zijn meer dan Elvis-in-Las-Vegas-waardige fysiek. Ilja-Elvis heeft en neemt letterlijk de ruimte. En wat is er meer ‘everywhere’ dan het heelal? Daarnaast hebben zowel Elvis (geboortedag 8 januari) als Ilja (geboortedag 17 januari) Steenbok als sterrenbeeld.
Is er dan nog een inhoudelijke overeenkomst? Dat is een stuk lastiger te achterhalen. Ja, de schrijver staat ook in de schijnwerpers, treedt ook op. Maar hij is heer en meester over zijn eigen artisticiteit en dat was bij de ‘King of rock ‘n’ roll’ veel minder het geval. Niettemin zijn beiden, ieder in geheel eigen stijl, vertellers; beiden hebben de kwaliteit hun publiek, de luisteraar en de lezer, als gehypnotiseerd mee te nemen in wat ze te vertellen hebben. Daarin schuilt bij beiden de kunst. Dat is magie.